Dier, bovendier

Iedereen moet dit lezen.

Matthijs van Nieuwkerk in De Wereld Draait Door

Een impressionistisch schilderij van de moderne Europese geschiedenis aan de hand van een mythisch paardenras. Meeslepend.

De Standaard der Letteren

In Dier, bovendier komen veel thema's uit Westermans vorige boeken samen: het rassendenken uit El Negro en ik, de waanideeen van totalitaire systemen uit Ingenieurs van de Ziel en de mens die zelf voor god gaat spelen in Ararat. De auteur weet met Conversano Primula uit de Assense manage als startpunt petite histoire knap te vervlechten met de grote geschiedenis [...]. Een boek dat uitsteekt boven de doorsnee non-fictie die in Nederland verschijnt.

Paul van der Steen, Trouw. Onder de kop 'Aanbevolen' zet het dagblad Dier, bovendier in de etalage

Meer dan een boek over een paardenras. Fascinerend.

 

Maarten Moll, Het Parool

Dit boek leest als een spannende roman en verlicht als een filosofisch pamflet. Of je nu van paarden houdt of niet Dier, bovendier is absoluut een aanrader.

Misha Velthuis – Website Athenaeum boekhandel.

Een lichtvoetig, nadreunend meesterwerk. Het mes snijdt aan zoveel kanten dat je je als lezer wel moet snijden.

Atte Jongstra

In mooie beeldende scenes beschrijft Westerman de lotgevallen van het paard gedurende de oorlogen. Hij komt met betekenisvolle, tot de verbeelding sprekende herinneringen [...] Het onverwachte staartje is een fraaie spannende apotheose.

Geke van der Wal in De Volkskrant. Zij merkt op dat in Dier, bovendier de verschillende achtergronden van Frank Westerman samenkomen: zijn schrijverschap, zijn studie landbouwkunde in Wageningen en zijn journalistieke omzwervingen op de Balkan.

Je hoeft vroeger geen abonnement op de Penny te hebben gehad om totaal bevangen te raken door dit fascinerende boek.

Margriet de Groot, Esta

In het hart van dit boeiende oeuvre zit de spanning tussen de Prometheus en de Adam (na de beet in de appel) die in ons allen schuilen, tussen mythe en geschiedenis, tussen de onderzoeker en de verteller. Het fascinerende Dier, bovendier past daar wonderwel in.

VRT-recensent Johan de Haes op Cobra.be

Aan de hand van vier generaties paarden worden de tragedies van de twintigste eeuw verteld. Een unieke insteek die bewondering afdwingt.

Peter de Jaeger in de Wegener-dagbladen.

...fantastische vertelkracht. Zijn beeldende taalgebruik, oog voor pakkende anekdotes en inzet van zijn eigen leven maken het lezen van Dier, bovendier tot een onweerstaanbaar genot.'

Maarten Dessing, Knack

Fragment uit Dier, bovendier

'Op 6 minuut 20 ging Oberbereiter Zrust de Duitse delegatie voor naar de majesteitsloge - een vierkante ruimte met een open haard en kaarsvormige sierlampjes aan de muur.
‘Mag ik u uitnodigen plaats te nemen, mijne dame en heren.’
In het midden stond een huiskamertafel met een bloemstukje, en rondom vier stoelen. De dame in het gezelschap deed haar handschoenen uit, ze schikte haar donkerblonde haren, het hakenkruisspeldje op haar revers vonkte. Toen ook gastheer Zrust was gaan zitten, versprong het camerastandpunt naar een overzicht-van-bovenaf. Je zag vier toeschouwers op de best denkbare rang: in een nis pal achter de lage aftimmering van de Weense Winterrijhal.
Daar kwamen de paarden, drie achter elkaar, in een beheerste galop. ‘Die Gehorsamsprobe!’ kondigde Zrust aan.
In plaats van de arena werden de dieren de krapbemeten loge ingestuurd. Lichtvoetig draaiden ze in een carroussel rond de tafel, zonder iets of iemand aan te raken. De cirkel die ze beschreven was zo klein dat er voor vier paarden geen plaats geweest zou zijn. Na hun rondedans verlieten ze de loge weer aan de tegenoverliggende zijde.
De Duitsers begonnen te applaudisseren. Maar Zrust maande ze tot stilte: dit was nog maar de halve proef. Opnieuw deden de drie schimmels hun intrede, ditmaal in de rechtergalop. Ik zag aan zijn recht afgeknipte staart dat Savona de middelste moest zijn. Ritmisch, in vier, vijf galopsprongen per crikel, draaiden de hengsten nu rechtsom om de tafel heen. 
Ik zette het beeld stil om Savona beter te kunnen bekijken. 28 jaar was hij, en nog altijd vurig en viriel. Tot zijn zevende had hij opgetreden voor de glorie van de keizer, tot zijn zevenentwintigste voor de Republiek, en nu op zijn oude dag betuigde hij haast speels en onwetend zijn gehoorzaamheid aan het Duizendjarige Rijk.
Door de band weer te laten lopen liet ik hem galopperend in de coulissen verdwijnen.'